Genetische kleur variëteiten
Ter verduidelijking:
*Het woord ‘agouti’ kent niet iedereen. Denk er ‘tabby’ bij en het wordt al beter.
*Non is niet, even voor de duidelijkheid.
*NFO is de afkorting voor Noorse Boskat (nu niet gebruikt maar NFC is de afkorting van Norwegian Forest Cat)
*Afkorting van de kleur genen zijn:
B black (zwart)
C colour, full colour (geen aftekeningen)
D vaste kleur, geen verdunning
e amber
I zilver
i niet zilver
O rood
S met wit
s zonder wit
W wit
w niet wit
Zwart: Een zwarte NFO zal tot op de haarwortel in en in zwart zijn, op volwassen leeftijd mag die geen tabby tekening vertonen. Maar een zwarte vacht is moeilijk in en in zwart te houden: door invloed van zon, warmte, vocht (zelf de vacht schoonhoudend door te likken). Voor het fokken van verbetering in de vachten is deze non-agouti kleur super. Kittens krijgen een betere vacht kwaliteit. Ook een zwart met witte zal hier graag voor ingezet worden. (*Wij hebben niet alleen gekozen voor Kjell als eigen dek kater omdat hij zo’n fantastisch karakter heeft en gekeken naar de matches met onze dames maar ook het vele zwart in zijn vacht biedt voor het nageslacht een nog betere vacht kwaliteit)
Zwart smoke: Heel apart deze kleur, 1/3e van de vacht bij de aanzet op de huid dient de ondervacht sneeuw wit (ongepigmenteerd) te zijn en de haarpunten zwart. Iedere non-agouti zilver is een smoke, bij de 1 wel duidelijker vast te stellen dan bij de ander. Het ongepigmenteerde gedeelte in de vacht kan namelijk variëren. Een zwart smoke kan hierdoor bijna zwart of juist zilver grijs zijn.
Rood: Bij rode katten is het niet altijd duidelijk zichtbaar of de kat genetisch agouti of non-agouti is, nageslacht zal dat a=dan uitwijzen. Want een rode tabby kan best genetisch non-agouti zijn. Over het algemeen zal de rode kat alleen met tabby patronen aanwezig zijn maar er wordt wel eens een effen geboren. De vacht aftekening is net iets lichter dan de rest. Is de rode kat effen, non-agouti, en het heeft ook nog eens ging lichter gekleurd kinnetje spreek je van een rode smoke. (*onze vakre Viddas Gull, nest vakre Lindis ’20, is een rode smoke)
Wit: Een witte NFO is wit maar eigenlijk heeft ie een witte overjas aan. Onder de witte vacht bevinden zich andere genetische kleuren. Fok zuivere witte katten geven alleen witte kittens door maar bij de NFO komt dat weinig voor aangezien men meestal verpaard met een andere kleur. Witte kittens worden vaak geboren met een vlekje op de kop, dat wijst dat onder het overjasje van wit genetisch een andere kleur zit. In de loop van de tijd verdwijnt de vlek.
Crème: De crème kleurige kat is een verdunning qua vachtkleur van rood. Een prachtige haast pastelachtige kleur. (*in het nest van vakre Lindis ’19 hadden we zowel rood als crème: vakre Gideon en vakre Oberon)
Blauw: Blauw, blauw grijs eigenlijk. De kleur is weer een verdunning van zwart. En op volwassen leeftijd behoor je geen aftekening te zien maar de kleuren gaan vloeiend in elkaar over. Blauwe NFO zijn er in meerdere tinten, van diep haast donker blauw tot aan de meer pastelkleur. (*onze vakre Lindis is een blauwe tortie)
Nog even over de kleuren en hoe het werkt in de natuur. Landschap en klimaat hebben een grote invloed op mens en dier, ook in hun uiterlijk en ontwikkeling. Bruin of grijs gestreepte katten hebben ideale schutkleuren wat een groot voordeel in de jacht voor ze is en ze kunnen hun vijanden beter ontwijken. Je ziet deze markeringen en kleuren dan ook meer in de bosgebieden van oost en midden Noorwegen. Zwart en blauwe katten zul je meer aantreffen bij de rotsen, de grijzige fjorden. Rode en torties komen weer meer in het zuiden voor waar zij weer betere schutkleuren hadden bij die rotsgebieden. De witte en grijstinten komen weer voor in het noorden want met ruim 6 maanden sneeuw is het voor hun een ideale schutkleur. Al met al dus heel logisch hoe de kleur zich heeft aangepast.
bronvermelding: de noorse boskat als gezelschapsdier, G. Ras